STAPELGOED - o. (-eren), goederen waarvan stapelrecht moet betaald woeden;
...HANDEL, m, handel in stapelgoederen;
...HOUT, o. (scheepsb.) stapelblokken;
...HUIS, o. (...zen), pakhuis voor stapelgoederen; entrepot;
...KOMMIES, m. (...zen), chef in een magazijn ;
...MARKT, v. (-en),
...PLAATS, v. (-en), plaats waar iets opgestapeld wordt; plaats die het stapelrecht hafi ;
— plaats waar gewoonlijk zekere koopwaren het meest heengevoerd worden: Dordrecht was eertijds de stapelplaats der Rijnsche wijnen en der Engelsche wol; de stapelplaatsen van de Levant; (fig.) algemeene voorraadsschuur;
...MEESTER, m. (-s).