Gepubliceerd op 24-02-2020

Stander

betekenis & definitie

STANDER - m. (-s), die staat, doch enkel in samenst. als omstander;

groote spil die tot steun van iets dient: de stander van een molen, van een dak; de stander van een roer, eene spil, de standaard of koning;
— een stander voor hoeden, jassen, staande kapstok;
— een stander voor paraplu's, sierlijke bak van brons of porcelein enz.;
— groote kuip, inz. om er vleesch in te zouten. STANDERTJE, o. (-s).