Het begrip snor heeft 4 verschillende betekenissen:
1. snor - SNOR - m. snorrend geluid;
— roes : een snor aanhebben, licht beschonken zijn.
SNORRETJE, o. (-s).
2. snor - SNOR - m. (-ren), gew. naam voor den nachtegaalrietzanger (locustella luscinoides), wegens zijn zacht snorrenden zang.
3. snor - SNOR - v. (-ren), knevelbaard: eene groote snor;
— kin- en neusharen : de snor eener kat, van een leeuw.
SNORRETJE, o. (-s).
4. snor - Snor - SNOEKBAARS m. (...zen), zoetwatervisch, soort van baars die een kop en een gestrekt lichaam als de snoeken heeft (lucioperca sandra), ook zander geheeten, kan 1 M. lang en 20 K. zwaar worden.