SMACHTEN - (smachtte, heeft gesmacht), van honger of dorst bijna omkomen; van honger of dorst smachten;
— naar het ontbeerde sterk verlangen : smachten naar een dronk water;
— het land smacht naar regen, heeft er groote behoefte aan;
— (fig.) reikhalzend en kwijnend verlangen, begeeren: van liefde smachten; naar een meisje smachten; zij liet haar minnaar niet lang smachten;
— in de gevangenis smachten, daar reikhalzend verlangen naar de vrijheid.