SLAB - (-ben), SLABBE, v. (-n), eet-, morsdoekje (van kinderen); servet; eene soort van mansoverhemd, dat enkel de borst bedekt;
— looden slabbe in een muur, laagje lood onder in een muur gemetseld, om het optrekken van vocht te beletten ; reep lood in een muur gemetseld, om een uitspringenden houten rand te bedekken. SLABBETJE, o. (-s), een kind een slabbetje voordoen.