SCHORPIOEN - m. (-en). De schorpioenen vormen eene onderorde der spinachtige dieren (scorpionidae) en onderscheiden zich doordat hun tot een staart verlengd achterlijf in een giftstekel eindigt; hunne onderkaken zijn met scharen gewapend; zij hebben 8 pooten en brengen levende jongen ter wereld: de voornaamste soorten zijn de Europeesche schorpioen (scorpio europaeus), wordt 4 tot 5 cM. lang; en de Afrikaansche schorpioen (Sc. af er), dié wel 15 cM. groot wordt;
— (fig.) een scherpe en wondende geesel: met schorpioenen kastijden;
— een der hemelteekenen van den dierenriem (aangeduid door ጢ ). SCHORPIOENTJE, o(-s).