Het begrip schiften heeft 3 verschillende betekenissen:
1. schiften - schiften - (schiftte, heeft of is geschift), scheiden, verdeelen: het koren van het kaf schiften, (ook fig.) het goede van het slechte afzonderen;
— rafelen, dun en open worden (van gaas, zijden stoffen enz.), door het breken der inslagdraden;
— nagaan, uitpluizen, onderzoeken : men moet niet alles zoo nauwkeurig schiften.
2. schiften - schiften - (schiftte, is geschift), zuren, runnen, samenloopen (van melk, soep enz.).
3. schiften - schiften - (schiftte, heeft geschift), (de rails) verschuiven om ze goed in het spoor te richten.