Gepubliceerd op 29-11-2018

Scheutig

betekenis & definitie

Scheutig - bn (-er, -st), rijzig, opgeschoten : een scheutige boom;

— (fig.) hij is niet scheutig om iets voor een ander te doen, niet bereidvaardig;
mild, vrijgevig : scheutig zijn zij daar niet; hij is niet scheutig met zijne vriendschap. SCHEUTIGHEID, v. rijzigheid, lengte; bereidvaardigheid, mildheid.

< >