Sabbatsreis - v. (...zen) Bepaalde uitgestrektheid, zijnde 2000 ellebogen of schreden, die de Israëlieten op den sabbat zich van hunne woning mochten verwijderen; elke afstand van 2000 schreden : de Olijfberg ligt eene sabbatsreis van Jeruzalem;
...RUST, v. rust gedurende den sabbatdag van alle slaafsche werkzaamheden;
...SCHENDER, m.,
...SCHENDSTER, v. (-s), ontheiliger; (oudh.) ontheiliger,
...ster van den sabbat;
...SCHENNIS, v. schennis van den sabbat als heilige dag;
...STILTE, v. de stilte van den sabbatdag;
...VROUW, v. (-en), christelijke vrouw die bij een Israëliet op sabbat het noodzakelijke werk verricht.
