Rietkam - m(-men), weefkam;
...KEVER, m. (-s), eene soort van kever (donacia);
...KOLF, v. (...ven), wortel van het rietgewas ;
...KRAG, v. (-gen), wal van riet om een stuk land ; strook riet langs den slootkant;
...LAND, o. (-en), land waar riet groeit;
...LIJSTER, v. (-s), groote karekiet (acrocephalus arundinaceus), zekere vogel, tot de rietzangers behoorende, die in ons land aan de met hoog riet begroeide oevers van meren of andere uitgestrekte wateren wordt aangetroffen ; zijn zang, waaraan men zijn naam karekiet ontleent, is buitengemeen krachtig en zeer ver hoorbaar.