Het begrip reus heeft 2 verschillende betekenissen:
1. reus - reus - bn. (gew.) door den drank bedwelmd: hij is reus.
2. reus - reus - m. (reuzen), buitengemeen lang mensch: bij mij vergeleken is hij een reus, hij is veel grooter dan ik ;
— groot dier : de olifant is de reus onder de landdieren;
— alles wat zeer groot is : het is een reus van een boom;
— hij heeft den reus gezien, hij is dronken.