Reisorder - v. (-s), bevelschrift om te reizen;
...PAS, m. (-sen); paspoort;
...PENNING, m. (-en), onderstand aan den behoeftigen reiziger; (ook) kleine bijdrage voor een of ander liefdadig doel, gevraagd aan hen die op reis gaan;
...PET, v. (-ten);
...PLAN, o. (-nen), voornemen om te reizen; ontwerp eener voorgenomen reis;
...ROK, m. (-ken);
...ROUTE, v. (-s), reisrichting; af te leggen weg der reis;
...SEIZOEN, o. tijd van het jaar dat vele menschen op reis gaan, inz. de maanden Juli en Augustus;
...STOK, m. (-ken);
...TASCH, v. (...tasschen);
...TASCHJE, o. (-s);
...TIJD, m. tijd geschikt om te reizen;
...TOILET, o. (-ten), gemakkelijk toilet op reis.