Pruim (1) - m. (-en), pruimeboom; een plantengeslacht (prunus) tot de familie der amandelachtigen behoorende, waarvan 7 soorten in Nederland in ’t wild worden gevonden: de sleedoorn, ook wel sleepruim, sleten en trekkebek geheeten; heesterpruim; wilde pruim; gemeene pruim; vogelkers; kers en hondskers, ook wel zwarte vogelkers, wilde sering en Turksche krenten geheeten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk