Gepubliceerd op 22-11-2018

Poten

betekenis & definitie

Poten - (pootte, heeft gepoot), poten in den grond zetten; planten: de zaden, die te groot zijn om te zaaien, een voor een of in gering aantal in eene rij op eenigen afstand in den grond leggen : aardappelen, boonen, erwten poten;

— visch poten, broedsel in een vijver zetten. POTING, v. het poten.