Gepubliceerd op 22-11-2018

Pleister (2)

betekenis & definitie

Pleister (2) - Pleister o. (mets.) fijne kalk; kalkmengsel waarmede muren gepleisterd worden;

gips: een beeld in pleister; iets, iem. in pleister afdrukken, af gieten;
mengsel van fijn marmer en gips, om daarvan reliëfbeelden te maken: het is geen marmerbeeldje, het is maar pleister;
— het teekenen naar pleistermodel: van middag hebben we pleister.

< >