Plankier o. (-en), gootplank voor eene stoep;
— (ook) houten bevloering boven het water achter de huizen;
— zulk eene houten bevloering langs de dijken van kanalen enz., aan plaatsen waar vaartuigen aanleggen;
—WERK, o. (-en), langs de steenglooiing ligt een plankierwerk.