Gepubliceerd op 22-11-2018

Pauze

betekenis & definitie

Pauze - v. (-n), PAUS, v. (...zen), rust; pauze generale, algemeene pauze, rust voor alle partijen in een orkest tegelijk;

stilstand, verpoozing; eene pauze maken;
afdeeling van een psalm: de 3de pauze van den 119den psalm;
— (muz.) rust, zwijgteeken: eene vierde pauze; eene achtste pauze.