Gepubliceerd op 22-11-2018

Paneel

betekenis & definitie

Paneel o. (-en), houten beschot, dat als ’t ware in een raam is gevat; eene kamer met beschilderde paneelen; eene deur met paneelen; de paneelen in parketvloeren zijn ongebost;

achterstuk van een spiegel of schilderij;
— houten blad, waarop men schildert;
— schilderstukje op hout: ik heb een paar mooie paneeltjes gekocht;
— een vierkant stuk stof, waarmee de zitplaats van een koetsier wordt belegd. PANEELTJE, o. (-s).