Gepubliceerd op 24-02-2020

Paardestaart

betekenis & definitie

Het begrip paardestaart heeft 2 verschillende betekenissen:

1. paardestaart - paardestaart - m. (-en), staart van een paard, onderscheidingsteeken in Turkije: pasja met drie paardestaarten.

2. paardestaart - paardestaart - m. (-en), het plantengeslacht eguisetum, tot de Cryptogamen behoorende, waarvan in Nederland zeven soorten worden aangetroffen; de akker-paardestaart (E. arvense), zeer algemeen op vochtigen grond, ook hermoes, heringmoes, roobol, roebol, unjer en kattestaart geheeten; de groote paardestaart (E. talmateja), die 1 M. hoog wordt en alleen in Gelderland groeit; de boschpaardestaart (E. sylvaticum), die zeer zeldzaam is; de moeraspaardestaart (E. palustre), zeer algemeen op vochtige plaatsen, ook hermoes, heringmoes, kwadernaat, oneet, onnijt, lidruske, ruigebol, roobol en roebol geheeten; de slijkminnende paardestaart (E. lirnosum), die algemeen aan en in slooten voorkomt, ook pijpkruid, pijp-hermoes, rijt en holpijp genoemd; de winter-paardestaart (E. hyemale) in zandige streken, ook schaafstroo of schrijnwerkersbiezen genoemd, en de bonte paardestaart (E. variegatum), zeldzaam in vochtige duinvalleien.

< >