Paardestaart
m. (-en), 1. staart van een paard; 2. (ontl.) de aan het ondereinde van het ruggemerg gelegen lenden- en heiligbeenzenuwen met de staartzenuw die zich in het ruggemergskanaal bevinden; 3. het plantengeslacht Equisetum, tot de cryptogamen behorende; b.v. de akkerpaardestaart of heermoes (E. arvense), de bospaardestaart (...