Opletten (lette op, heeft opgelet), achtgeven, goed toezien, zijne aandacht vestigen op, wijden aan : een onderwijzer dient zélf goed op te letten, of zijne leerlingen hem met aandacht volgen;
— aandachtig luisteren, zich moeite geven om bij eene zaak te verwijlen en die te overwegen : als gij niet goed oplet, kunt gij deze som niet maken;
— opmerken : ik heb dat niet opgelet;
— letten op, gadeslaan : zonder erg lette zij alles op.