Gepubliceerd op 01-11-2018

Ontloopen

betekenis & definitie

(ontliep, is ontloo (ontliep, is ontloopen), door weg te loopen trachten te ontkomen, ontvlieden: het gepeupel slacht de honden; als men hen ontloopt, blaffen en bijten zij;

— door weg te loopen ontkomeh, ontsnappen : hij kon zijn vervolgers niet ontloopen; (fig.) den dood ontloopen;
— wegloopen van iem. onder wiens toezicht men staat; (scheepst.) ontzeilen : wij konden den Algerijnschen kaper niet meer ontloopen; ontvloeien: tranen ontliepen haar nu nog overvloediger;
— uiteenloopen, verschillen : die twee ontloopen elkaar niet veel. ONTLOOPING, v. (-en), het ontloopen.

< >