Gepubliceerd op 01-11-2018

Onsmakelijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), niet door het zintuig van de smaak waar te nemen; onaangenaam van smaak: het putwater kwam de Nederlanders zeer onsmakelijk voor;

— onaangenaam, onaannemelijk: zij wisten de Keizer de vrede onsmakelijk te maken;
— min of meer walgelijk: een onsmakelijke geschiedenis; een onsmakelijke wijze van voorstellen; iets onsmakelijk beschrijven.