bn. bw. niet te beseffen, het menschelijk besef te boven gaande, ondoorgrondelijk : de wet van Christus behelst vele dingen, die mij onnatuurlijk en onbesefbaar schijnen;
— het gewone begrip te boven gaande, boven bedenking groot: zonder twijfel worstelt uw edel gemoed tegen het geloof aan zulke onbesefbare valschheid;
— bw. van hoeveelheid of intensiteit, in eene mate die het begrip te boven gaat; in de hoogste mate. bijzonder, uiterst: wij zijn het beiden eens, dat wij onbesefbaar veel verliezen.