Gepubliceerd op 01-11-2018

Onbekeerd

betekenis & definitie

bn. niet bekeerd, den weg der zonde nog betredende en nog niet op het pad der deugd teruggekeerd; onverbeterd: een onbekeerde zondaar; hij is en blijft een onbekeerde deugniet;

— niet bekeerd tot het christendom, maar volhardende in de dwaalleer van 't jodendom of het bijgeloof van ’t heidendom, naar de voorstelling der Christelijke Kerk: de Friesche koning Radboud stierf onbekeerd; onbekeerde heidenen en joden;
— niet bekeerd tot het ware geloof, tot de echte leer, naar de voorstelling der orthodox-kerkelijken, en bijgevolg in leven en wandel zondig en wereldsch-gezind : ik heb in mijn jongen tijd, toen ik nog onbekeerd was, nooit zoo gedold en zooveel pretjes gehad als met aanstaande,leeraars.

< >