Omzwermen (zwermde om, heeft omgezwermd), in zwermen in verschillende richtingen vliegen: wat zwermen de bijen weer om;
— in groote menigte rondloopen, omzwerven: de wolven zwermen bij groote troepen in de bosschen om;
— (omzwermde, heeft omzwermd), iem. of iets zwermend omgeven: als gonzende bijen de boekweitvelden omzwermen.