Gepubliceerd op 01-11-2018

Omsukkelen

betekenis & definitie

Omsukkelen (sukkelde om, heeft en is omgesukkeld), om iets heen sukkelen, in een sukkeldrafje om iets heen rijden of loopen: de knollen waren bek af en met moeite zijn ze nog de markt omgesukkeld; de arme zieke is voetje voor voetje den tuin omgesukkeld; de zieke heeft vandaag wat in den tuin omgesukkeld; met iem. omsukkelen, niet zonder moeite en getob met iem. omgaan, in den omgang met iem. allerlei moeite en getob ondervinden, zoodat men niet veel verder met hem komt: zij heeft al wat lang met die meiden omgesukkeld;

— met iets omsukkelen, er met moeite en getob mee voortgaan, zonder veel te vorderen; er mee omsukkelen, er aanhoudend mede sukkelen: heb je ook al eene leege beurs? Nou daar kun je mee omsukkelen;
— (gemeenz.) voortdurend sukkelen, zich telkens ziekelijk gevoelen: de kleine jongen heeft al wel een jaar met de koorts omgesukkeld. OMSUKKELING, v. het omsukkelen.

< >