Gepubliceerd op 27-09-2018

Olijf

betekenis & definitie

Olijf v. (olijven), de vrucht of bes van den olijfboom, welke voornamelijk gebruikt wordt als voedsel, en waaruit men de olie perst;

— (fig.) (bouwk.) een kunstversiersel in de gedaante van eene olijf, dat bij de bekleeding van verschillende voorwerpen kan worden gebezigd, en vooral als sieraad bij lijstwerken voorkomt;
— m. olijfboom;
— tak van den olijfboom;
— wilde olijf, benaming eener plant uit Zuidelijk Europa, als sierplant in onze tuinen gekweekt, waarvan de bladeren op die van den olijfboom gelijken; ook duindoorn genoemd. OLIJFJE, o. (-s).

< >