Gepubliceerd op 27-09-2018

Olie

betekenis & definitie

Olie v. (oliën), algemeene naam voor alle vloeistoffen die zich niet met water vermengen, maar in alcohol of ether oplosbaar zijn en grootendeels uit kool- en waterstof bestaan: de vette oliën ontstaan meestal door uitpersing van oliezaad; vluchtige oliën zijn bv. citroen-, kaneel-, en pepermuntolie; drogende en niet-drogende olie; olie wordt gebezigd als voedsel, als lichtende brandstof in de lamp, ter bereiding van zeep enz., of wel

— wat de drogende betreft
— tot vernissen en glanzen aangewend;
— (spr.) olie in het vuur, nieuwe brandstof in het vuur der hartstochten, nieuwe opwakkering van driften;
— olie in de branding, of olie in de golven der zee, een middel om den storm der hartstochten te doen bedaren;
— die olie meet, krijgt smerige handen, of wordt er vet van, slecht gezelschap is besmettend;
— een goede naam is beter dan olie, gaat boven alles; er is geen olie meer in de lamp, de levensgeesten zijn verteerd, ook gezegd van eene platte beurs, eene ledige flesch enz.;
— er moet olie wezen, er is geld noodig; OLIETJE, o. (-s).