Gepubliceerd op 27-09-2018

Neigen

betekenis & definitie

Neigen (neigde, heeft geneigd), in schuine richting benedenwaarts buigen: het hoofd neigen;

— zijne ooren naar iets neigen, er met aandacht naar hooren, om zich er naar te gedragen;
—(flg.) zijn hart tot iets neigen, wenden; zij neigden hunne aandacht naar alles; (fig.) God neigt de harten, beweegt;
— overhellen, hellen: de zon neigt ter kimme; de dag neigt ten avond; de staat neigde ten val, ten ondergang; zijn van nature reeds tot achterdocht neigend gemoed. Zie ook NIJGEN.

< >