Muntpers v. (-en), schroefwerktuig om de munten te stempelen;
...PLAATJE, o. (-s), rond schijfje metaal dat tot geldstuk gemunt moet worden;
...RECHT, o. (eert.) recht (aan een edelman enz. toegekend) om munten te slaan;
...RING, m. (-en), stempelring, waardoor een muntplaatje bij de stempeling wordt omsloten;
...SCHAALTJE, o. (-s), schaaltje waarop de muntplaatjes worden afgewogen, justeerbalans;
...SCHELP, v. (-en), zekere schelp in den vorm van een muntstuk;
...SCHROEF, v. (...schroeven), muntpers;
...SLAG, m. het slaan der munten;
...SLAGER, m. (-s), munter (inz. wanneer de munten geslagen en niet geperst worden);
...SLAPER, m. (-s), aan eene munt gebruikt standaardgewicht of slaper;
...SNIJDER, m. (-s);
...SNIJDSTER, v. (-s),
...SNOEIER, m. (-s),
...SNOEISTER, v. (-s), (eert.) persoon die de geldstukken snoeide;
...SOORT, v. (-en),
...SPECIE, v. (...ciën), soorten van gemunt geld;
...STELSEL, o. (-s), stelsel van munten;
...STEMPEL, m. (-s), stempel die op de munt gezet wordt; gereedschap om de munt te stempelen;
...STUK, o. (-ken), geldstuk.