Gepubliceerd op 27-09-2018

Merg

betekenis & definitie

Merg o. zachte en vette zelfstandigheid in de beenderen van menschen en dieren; (fig.) hij heeft merg in de pijpen, is zeer sterk; die kou dringt door merg en been, het is doordringend koud; die kreet drong je door merg en been, was hartverscheurend;

— de vrijheidsliefde zit den Hollander in merg en been;
— (plantk.) eene sponsachtige zelfstandigheid, die in de eerste houtlaag van een boom besloten is; het vleesch van sommige vruchten;
— (fig.) kracht, sterkte; jeugd; geest (van iets), het beste, het edelste, de pit.