Gepubliceerd op 27-09-2018

Mennen

betekenis & definitie

Mennen (mende, heeft gemend), door middel van een leidsel of een toom besturen: een paard, een wagen mennen; toen het ongeluk gebeurde, mende hij zelf en niet zijn koetsier;

— (fig.) de volksmeening leiden, in ongunstigen zin: deze volksleider ment den grooten hoop naar zijn welgevallen;
— (gew.) het koren inzamelen, inoogsten, het hooi binnenbrengen: de boeren zijn aan het mennen; zand mennen, met paard en wagen zand uit de duinen halen; mest mennen, mest naar het land brengen: (ook) het vischnet inhalen, het want met de gevangen visch in de schuit tillen;
— (gew.) (fig.) een overvloed van verschillende voorwerpen inkoopen, verzamelen enz. MENNING, v. het mennen.

< >