Gepubliceerd op 19-09-2018

Martelaar

betekenis & definitie

MARTELAAR, m. (-s, ...laren), bloedgetuige, iem. die om de belijdenis van zijn godsdienst allerlei folteringen, zelfs den dood verduurt: de Gorkumsche martelaren; het bloed der martelaren is het zaad der kerk;

— iem. die veel lijdt voor eene edele zaak: een martelaar voor de waarheid worden; een martelaar voor de goede zaak; iem. die veel leed verduurt;
— (Zuidn.) (fig.) knoeier in zijn werk: op schaatsen is hij maar een martelaar;
— in élk ambacht zijn veel martelaren en weinig apostelen;
— iem, die anderen (ook dieren) foltert.

< >