Gepubliceerd op 19-09-2018

Marktgang

betekenis & definitie

MARKTGANG, m. het gaan naar de markt, het bezoeken van de markt;

...GANGER, m. (-s);
...GANGSTEE, v. (-s), die ter markt gaat;
...GELD, o. staangeld, betaling voor het gebruik der markt (voor het gebruik van den openbaren grond om er op uit te stallen);
...GESCHREEUW, o. heftig rumoer, lawaai;
...HAL, v. (-len), overdekte markt;
...KOERS, m. (-en), marktprijs;
...KRAAM, v. (...kramen), tent, uitstalling, stalletje;
...KRAMER, m. (-e),
...KRAAMSTER, v. (-s), die met eene kraam op de markt staat;
...LEIDERS, m. mv. zekere effecten die als 't ware den koers der andere effecten bepalen;
...MAND, v. (-en),
...MANDJE* o. (-s), mand waarmee men naar de markt gaat om inkoopen te doen;
...MEESTER, m. (-s), opzichter der markt, tevens belast met het aanwijzen der staanplaatsen en het innen der markt. gelden. 1