Gepubliceerd op 19-09-2018

Lossen

betekenis & definitie

Lossen (loste, heeft gelost), losmaken, losbinden (bijb.) wie heeft de banden des wilden ezels gelost ?;

afschieten het geschut, een pistool lossen;
ontschepen, aan wal brengen de schipper is gisteren aangekomen, maar eerst van morgen is hij begonnen te lossen;
— panden terugnemen door het bedrag van het daarop geleende terug te betalen goederen, juweelen, een pand lossen;
— (fig.) zijn woord lossen, zijn woord gestand doen;
— vrijmaken, ontslaan; kwijtraken, loozen het is moeilijk hem te lossen;
— loslaten deze pan lost wel, het deeg blijft er niet aan vastzitten. LOSSING, v. (-en), het lossen.