Gepubliceerd op 19-09-2018

Loopvogel

betekenis & definitie

Loopvogel m. (-s), (nat. hist.) eene orde der vogels met kleine tot vliegen ongeschikte vleugels, lange en krachtige tot loopen ingerichte pooten; de beenderen zijn met merg gevuld: inz. struisvogel, casuaris en kiwi behooren tot de loopvogels (cursores).

< >