Het begrip kwast heeft 5 verschillende betekenissen:
1. kwast - KWAST , in. (-en), knoest in hout: dit hout zit vol kwasten;
— (spr. ) voor eene harden kwast moet een scherpe beitel zijn, hardnekkigheid moet met kracht worden tegengegaan;
— dikte van onderen aan den voet van een boom.
2. kwast - KWAST, m. (-en), saamgebonden borstels, aan een stokje vastgemaakt (als gereedschap om te verven, te teren, te witten enz.), dik penseel; de lange haren aan het uiteinde van een runderstaart; (fig.) dit hebt gij aan uw kwast, hiervan draagt gij de schuld: dit heb je van 3 kwast, dit is voor je rekening.
3. kwast - KWAST, m. (-en), een bundeltje korte draden, koorden, franje, van boven samengebonden, tot sieraad aan gordijnen, kleedingstukken, rijtuigen, paardentuig enz. KWASTJE, o. (-s), kleine verfkwast, penseel; (fig.) dat mag wel een kwastje hebben, wel eens geverfd worden.
4. kwast - KWAST, m. (-en), een malle vent, een gek, zot, kwibus; verwaande gek, fat, pedant;
— (Zuidn.) doorbrenger, verkwister.
5. kwast - KWAST, v. drank bestaande uit citroensap, water en suiker: kwast drinken; een glas kwast.