KUSTLAND, o. (-en), strand; land aan de kust;
...LICHT, o. (-en), licht, dat aan de kust is ontstoken, vuurtoren;
...LIJN, o. (-en), lijn, waarin zee en land elkaar ontmoeten;
...MEER, o. (...meren), meer, dat door afsluiting van een stuk der zee is ontstaan, hetzij door sedimenten, hetzij door het terugtrekken der zee; lagune, strandmeer;
...ONTWIKKELING, v. (aardr.) de verhouding der lengte van de kustlijn tot de oppervlakte van het land;
...RIF, o. (-fen), rif langs de kust, franjerif;
...RIVIER, v. (-en), kleine rivier in de nabijheid van de zeekust;
...SCHIP, o. (...schepen), schip voor de kustvaart, dat zich niet ver in zee waagt;
...SEINPOST, m. seinpost, semaphore, waardoor het mogelijk is tijdingen met schepen in zee te wisselen;
...STREEK, v. (...streken), strook lands langs de zee;
...TERRAS, o. (-sen), terras langs de kust, door de erozie van het zeewater ontstaan en door de littorale niveau-verandering buiten de werking van het zeewater gekomen;
...VAARDER, m. (-s), vaartuig, dat zich bij de kustvaart bepaalt; schipper van zoodanig vaartuig; zie kustwachter;
...VAART, v. vaart lange de kust (van kaap tot kaap, van haven tot haven);
...VAK, o. (-ken), bepaald gedeelte eener kust;
...VERDEDIGING, v.;
...VERLICHTING, v. de gezamenlijke lichten of vuurtorens langs de kust;
...VISSCHER, m. (-s);
...VISSCHERIJ, v. (vroeger) de visscherij in de zoogenaamde Binnenlek, zie lek;
...WACHT, v.;
...WACHTER, m. (-s), vaartuig, dat de kust bewaakt; kustbewaarder.