Gepubliceerd op 13-09-2018

Kristal

betekenis & definitie

Kristal o. (-len), een vast, anorganisch lichaam, door regelmatige zijvlakken begrensd en in bepaalde richtingen gemakkelijk splijtend: één-, tweeassige kristallen; kristallen van kalkspaat, ijs, suiker enz.; zich tot kristallen vormen, in kristallen schieten, zich kristalliseeren;

— zekere doorschijnende of half doorschijnende steen, waterhelder gekristalliseerd kwarts; (spr.) zoo helder, zoo klaar als kristal, in hooge mate helder, klaar; (fig.) het kristal (het heldere, doorschijnende) der wateren;
— kristalglas, zie aldaar.