Krabber m. (-s), die krabt; zager, schraper (werktuig om te krabben), schrapijzer: merkijzer (voor wijnvaten);
— gereedschap om geschut van binnen te reinigen;
— werktuig om het baggerveen te slechten;
—landbouwgereedschap om de bovenste laag van den grond om te woelen; (ook) om aardappels te rooien;
— (oudt.) eene soort van vischschuit.