o. (-sen) zakmes dat in een hecht sluit en met een knip toeslaat;
— (spr.) buigen als een knipmes, diep buigen, vaak teeken van slaafsche onderdanigheid;
— (Z. A.) knipmes rijden, zoo rijden dat het paard zijn kop als een knipmes buigt;
...MUTS, v. (-en), vrouwenmuts, wier strook, in grovere of fijnere plooien gelegd, door karkas wordt gesteund, neepjesmuts.