Gepubliceerd op 13-09-2018

Kittelen

betekenis & definitie

KITTELEN, KIETELEN, (kittelde, heeft gekitteld), eene zachte, glijdende beweging der vingertoppen over de huid maken en daardoor onwillekeurig doen lachen;

— (fig.) de eigenliefde streden; behagen dit kittelt zijn hoogmoed;
— dit kittelt zijne ooren, is hem aangenaam te hooren, te vernemen;
— (fig.) zich met de hoop kittelen van..., zichzelven iets voorspiegelen;
— eene streelende gewaarwording veroorzaken: dat kittelt op de tong-,
— (Znidn.) zachtjes tergen: kittel hem niet te veel, of hij wordt nijdig.
KITTELING, v. (-en), het kittelen.

< >