Wat is de betekenis van tergen?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tergen

(tergde, heeft getergd), 1. (w. g.) kwellen, pijnigen, hinderen, kwetsen: hij wordt door verveling gekweld, getergd; dat is maar de mond tergen, iem. doen watertanden; 2. door onaangename bejegening» kwetsende plagerij enz. iem. sterk prikkelen, trachten hem boos te maken; sarren: hij heeft je geslagen, omdat jij getergd heb...

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tergen

tergen - Werkwoord 1. (ov) iemands geduld op de proef stellen door hem te irriteren Zij tergden de kat zolang zij eens flink uithaalde met haar klauwen en toen was het brullen.

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tergen

tergen - regelmatig werkwoord uitspraak: ter-gen 1. gemeen plagen ♢ ze hebben de meester zo getergd dat hij ontslag nam Regelmatig werkwoord: ter-gen ik terg jij/u tergt ...

2025-07-14
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Tergen

Moerassig en/of uitgeveend land. Meervoudsvorm van terg; kwam vroeger in toponiemen voor zoals onder Ikkerwâld in 1543 en onder Oppenhuizen en Hommerts (in de waternaam Tergewiel). Verwant aan Ned. ‘derrie'.Zie: EWN I 6-7; FN 7 (1987) 550.

2025-07-14
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

TERGEN

Fr. woord, vroeger nogal eens in landnamen. Wijst op veenachtige grond. Vgl. Hollands darg, derg.Zie: Schönfeld, Veldnamen, 47.

2025-07-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tergen

v., tergje, hune, húnje, hyt-, hjitfolgje, faksearje, fergje, narje, nytgje.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)