Gepubliceerd op 13-09-2018

Kerkdag

betekenis & definitie

KERKDAG, m. (-en), (R.-K.) dag waarop de geloovigen verplicht zijn eene mis te hooren;

...DAK, o. (-en);
...DEUR, v. (-en);
...DIEP", m. (...dieven), kerkroover;
...DIEFTE, v. (-n), (Zuidn.) kerkdieverij;
...DIENST, m. eeredienst in de kerk, inz. op vastgestelde tijden;
...DIEVERIJ, v. (-en), kerkroof;
...DORP, o. (-en), dorp, dat eene eigen kerk heeft.

< >