KAMILLE, v. (-n), (plantk.) eene samengesteldbloemige plant; echte of gemeene kamille (matricaria chamomilla), de plant, welke de gewone kamille der apotheken levert; de reuklooze kamille (matricaria inodora) komt vrij algemeen voor;
— de gele kamille (anthemis tinctoria); de Oostenrijksche kamille (a. austriaca); de stinkende kamille (a. cotula), ook stinkbloem, paddenbloem en koedille geheeten, en de wilde otakkerkamille (a. arvensis);
— kamillebioem;
— gedroogde bloemen van de echte of gemeene kamille;
— aftreksel hiervan: gij zijt verkouden, drink wat kamille en vlier.