Gepubliceerd op 13-09-2018

Instellen

betekenis & definitie

INSTELLEN, (stelde in, heeft ingesteld), vaststellen.. invoeren, oprichten, tot stand brengen, stichten : de orde van het Gulden Vlies is ingesteld door Philips den Goeden; nieuwe bisdommen instellen;

— aanvangen, beginnen : een onderzoek, een geding instellen;
— de gezondheid van iem. instellen, een toost uitbrengen op;
— (recht.) opstellen, in schrift brengen;
—(Zuidn.) inzetten : op eene verkooping het eerste bod ergens op doen;
— (Zuidn.) iem. instellen, hem van het noodige voorzien, van voorraad bij het openen van een winkel, van huisraad bij zijn huwelijk;
— (w. g.) een lied, een gezang instellen, inzetten, aanheffen;
— een miscroscoop instellen, zoo stellen dat men het waar te nemen voorwerp zoo scherp mogelijk ziet;
— lenzen, eene camera scherp instellen;
— (w. g.) de zomer stelt zich mooi in, begint mooi.