INKOM, m. (Zuidn.) het inkomen, binnenkomen, inz. van koopers in een winkel; intocht: iem. blijden inkom bieden, hem feestelijk verwelkomen;
— ingang, toegang : aan den inkom van het dorp;
— inkomsten : een inkom van ƒ1000 ’s maands.
Gepubliceerd op 13-09-2018
betekenis & definitie
INKOM, m. (Zuidn.) het inkomen, binnenkomen, inz. van koopers in een winkel; intocht: iem. blijden inkom bieden, hem feestelijk verwelkomen;
— ingang, toegang : aan den inkom van het dorp;
— inkomsten : een inkom van ƒ1000 ’s maands.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: