Wat is de betekenis van inkom?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inkom

inkom - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkomen ♢... dat ik inkom

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

inkom

ingang, hal Daarna leidde Tassy mij naar de paleontologische galerij. Even voorbij de inkom stond op een voetstuk het dijbeen dat Longueuil naar Parijs had gestuurd, even breed als en deurpost. (Elizabeth Kolbert, Het zesde uitsterven) Wordt beschouwd als een purisme voor 'entree'. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 7...

2024-04-29
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

inkom

ingang, maar ook het entreegeld: inkom 10 €

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

inkom

(de) het binnengaan, ingang, toegang Ze werden aan de inkom geweigerd omdat ze valse tickets op zak hadden. - HN, 25-10-2002. entreeprijs, toegangsprijs. De inkom is gratis en een kwartier voor de aftrap worden de toeschouwers vergast op een verrassende attractie op het terrein. - LN, 25-10-2002. -hal, gang. In de inkom, het toilet, de woonkam...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

inkom

inkom - Het vermogen om iets te vinden, betreden of openen, en gebruiken, zoals een gebouw of een database.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

inkom

Pur. voor: entree. 1. Het betreden, het binnengaan (van een winkel, een gebouw enz.); mogelijkheid, gelegenheid, recht om binnen te gaan, binnen te komen; toegang; inkom gratis e.d., gratis toegang; inkom vrij e.d., toegang vrij. Gratis inkom. Dranken aan normale prijzen, Centrumblad 12/1/1977, p. 2. Studio one roadshow. Inko...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

inkom

ingekom, ingaan, binnekom.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inkom

m., (Zuidn.) 1. het inkomen, binnenkomen, inz. van kopers in een winkel; 2. intocht: iem. blijde inkom bieden, hem feestelijk verwelkomen; 3. ingang, toegang: aan de inkom van het dorp ; 4. inkomen, inkomsten: een inkom van f 1000 ’s maande.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inkom

m. (Z.-N. 1 het binnenkomen; 2 intocht; 3 ingang, toegang; 4 inkomsten): 1. op de inkom letten; 2. een triomfantelijke inkom; 3. de inkom van de gemeente; 4. een inkom van 5000 franken.