Gepubliceerd op 12-09-2018

Hoogepriester

betekenis & definitie

HOOGEPRIESTER, m. (-s), (bijb.) de opperpriester der Israëlieten, wiens waardigheid in het geslacht van Aäron erfelijk was en die als bemiddelaar optrad tusschen Jahwe en zijn uitverkoren volk; (R. K.) Christus of Zijn plaatsvervanger hier op aarde, de Paus.

< >